Wat is de Omgevingswet?
De Omgevingswet, die op 1 januari 2024 in werking is getreden, bundelt 26 wetten over de fysieke leefomgeving tot één integrale wet. Het doel is om eenvoudiger, sneller en beter in te spelen op ruimtelijke ontwikkelingen. De wet gaat over onderwerpen als bouwen, milieu, natuur, water, erfgoed en de inrichting van de leefomgeving.
Waarom is deze wet relevant voor de raad?
De raad speelt een centrale rol in de sturing van de fysieke leefomgeving. De Omgevingswet verandert hoe gemeenten plannen maken, vergunningen verlenen en participatie organiseren. Enkele belangrijke punten:
- Eén digitaal Omgevingsloket: Hierin zijn alle regels van rijk, provincie en gemeente gebundeld. Inwoners en ondernemers kunnen hier vergunningen aanvragen of meldingen doen.
- Omgevingsplan: Vervangt de bestemmingsplannen. Elke gemeente heeft één omgevingsplan waarin regels staan over wat waar mag, inclusief milieuregels en duurzaamheidsdoelen.
- Snellere besluitvorming: De reguliere procedure voor vergunningen is verkort naar 8 weken.
- Participatie: De wet stimuleert dat initiatiefnemers omwonenden vroegtijdig betrekken bij hun plannen. De raad stelt de kaders vast voor hoe participatie wordt ingericht.
- Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen: Voor bepaalde bouwprojecten is een onafhankelijke kwaliteitsborger verplicht, in plaats van gemeentelijke toetsing.
Wat vraagt dit van de raad?
- Kaders stellen voor het omgevingsplan: De raad bepaalt wat er in de gemeente mogelijk is en welke ambities worden nagestreefd.
- Toezicht houden op participatiebeleid: De raad ziet erop toe dat participatie zorgvuldig en passend wordt georganiseerd.
- Beoordelen van initiatieven in het licht van gemeentelijke doelen: Denk aan duurzaamheid, leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit.